Gebruik

Leer stap voor stap en aan de hand van deze instructievideo's hoe je een gezond en rookvrij vuur maakt in je tuinhaard. Verwacht niet dat alles meteen perfect verloopt, maar begin met de basis, en breid je kennis bij elke stookbeurt uit met onze tips. Wedden dat je het snel onder de knie hebt?

Eerst

Reinig indien nodig eerst het kachelraam voor gebruik. Ledig de aslade als dat nog niet gebeurd zou zijn en zorg dat deze droog is. Bereid het hout zo nodig voor door het in dunnere stukken te klieven (zie ‘Over hout’). 

Gebruik je de buitenkachel voor de eerste keer met de afdekplaat? Plaats dan een gewicht van ongeveer 2kg op de afdekplaat gedurende het eerste half uur stoken. Dit zorgt ervoor dat de plaat voorgevormd wordt en mooi aansluit ter hoogte van de randen door lichtjes hol te trekken. De volgende keren dat je stookt, zal de plaat dit ook doen.

Het vuur aansteken

Om aan te steken, open je de aslade en vul je deze met 2 à 3 handenvol aanmaakhout, kris-kras door elkaar. Open ook de klep van de houttoevoer en sluit deze niet tot je het vuur wil laten doven. 

Plaats twee aanmaakblokjes op het hout, op een positie waarbij ze dicht bij de kern van de kachel komen te zitten, wanneer je de aslade weer dicht schuift. 

Schuif de aslade met de brandende aanmaakblokjes dicht. Het aanmaakhout vat nu vuur en breidt uit richting de houttoevoer. Tegelijk moeten de vlammen stilaan zichtbaar zijn achter het raam.

Kijk je in de houttoevoer, en zie je vlammen verschijnen in het aanmaakhout, dan is het tijd om stukken hout rechtopstaand in de houttoevoer te plaatsen. Vul deze helemaal met 7 à 8 stokken. Je begint best met de dunste stokken die je hebt. 

Eens deze ook goed vuur hebben gevat, zal je de witte rook die voorheen nog uit de schouw kwam, zien verdwijnen. Dan ben je ongeveer 5 à 10 minuten ver. 

Het is de bedoeling telkens laag per laag hout bij te vullen. Wanneer het hout door het eigen gewicht en het opbranden aan de onderkant is gezakt, kan je er een nieuwe laag bovenop zetten.

Verder stoken

Laag per laag vul je dus je houttoevoer, terwijl het vuur mooi zijdelings brandt. Gebruik je vrij korte stukken hout, dan kun je gerust 2 lagen in één keer opbouwen, het hout mag boven de houttoevoer uit komen. Dunne stukken hout zullen je vuur aanwakkeren. Dikke stukken hout zullen je vuur temperen. Zie je de vlammen dus niet tot aan de bovenkant van het raam reiken, dan vul je bij met dunner hout.

Het is geen goed idee om in één laag heel dunne en heel dikke stukken hout te combineren, want dan kan je vuur naar boven komen in de houttoevoer langs de sneller brandende dunne stokken.

Volproppen is niet nodig, en zelfs niet wenselijk: hierdoor kan je de luchttoevoer zodanig beperken dat de verbranding zonder zuurstof komt te zitten, en dat betekent? Inderdaad, rook! En mogelijks aanslag op je kachelraam. De houttoevoer moet echter wel voldoende gevuld zijn, om het vuur groot genoeg te laten worden.

Het vuur doven

Laat het laatste hout uitbranden en laat vervolgens het vuur langzaam maar zeker doven. Wanneer het asbed nasmeult, gooi je geen hout meer bij, want dit grote verschil in temperatuur zal voor rook zorgen. Doe de klep van de houttoevoer dicht, zo voorkom je dat regen en as zich mengen tot een brei in je aslade.

Bij het stoken van hout ontstaat as. Na vele uren stoken moet de aslade geledigd worden. Doe dit pas de dag na het stoken, want as kan lang nasmeulen.

Werp de as nooit direct in de reguliere afvalbak, maar bijvoorbeeld in een stalen emmer. As van puur (onbehandeld) en droog hout is een natuurproduct maar kan je niet deponeren bij het groenafval. Je kan het wel gebruiken als bodemverbeteraar.